Als je goed beweegt dan worden gewrichten en spieren in de juiste volgorde en juiste combinatie gebruikt. De manier waarop we bewegen staat ‘geprogrammeerd’ in ons zenuwstelsel. Hierdoor gebruikt je bij vrijwel alle bewegingen die je maakt dezelfde volgorde en combinatie van gewrichten en spieren. Uit onderzoek is gebleken dat zelfs wanneer het makkelijker is om een andere beweging te maken dan we gewend zijn er toch gekozen wordt om de ‘geprogrammeerde’ beweging te maken. Dinant A. Kistemaker , Jeremy D. Wong , Paul L. Gribble, 2010
Als kind ontwikkelen we een ‘programmering’ die in principe goed is. Met andere woorden kinderen bewegen goed. Wil je dus weten hoe een juiste manier van bewegen er uit ziet bestudeer dan eens het bewegingsgedrag van jonge kinderen. Je kunt hierbij kijken naar de manier van staan, lopen en zitten maar ook naar de manier waarop de armen worden opgetild en hoe de onderarmen, handen en vingers bewegen. Je zult zien dat, hoewel ieder kind weer anders beweegt, er toch universele wetmatigheden zijn die bij alle kinderen hetzelfde zijn.
Dit filmpje geeft een aardig beeld.
Maar helaas staat de goede ‘programmering’ niet vast. Onder invloed van omgevingsfactoren kan er geleidelijk een andere volgorde en combinatie ontstaan. Vaak heeft dit een ongunstig effect op de werking van de spieren en gewrichten waardoor er klachten kunnen ontstaan. Voorbeelden hiervan zijn RSI, nek-, schouder-, en rugklachten.
Het mooie is dat een ‘verstoorde programmering’ ook weer terug te draaien is. Het enige verschil is dat we als kind onbewust en door trial en error leren. Op oudere leeftijd gaat het leerproces meer bewust en speelt ook de cognitie een rol. Als volwassene willen we ook graag weten hoe het werkt en waarom het zo werkt. Maar als het lukt om de spieren en gewrichten weer in de juiste volgorde en combinatie te laten bewegen zoals je dat als kind gedaan hebt dan zijn daarmee heel veel fysieke klachten op te lossen en te voorkomen.