Moet je je houding en beweging afwisselen?.. of moet je juist steeds hetzelfde doen? (artikel voor paramedici)

Vaak wordt door fysiotherapeuten en oefentherapeuten het advies gegeven om de houding te variëren en af te wisselen. ‘Een goede houding bestaat niet maar afwisselen is belangrijk.’ wordt nog wel eens beweerd. Wat de patiënten wordt aangeleerd is niet al te lang dezelfde activiteit uit te voeren maar meer af te wisselen. Bijvoorbeeld meer heen en weer lopen tijdens pc werkzaamheden door af en toe koffie te halen of met collega’s te praten. Of als je een hoop strijkgoed hebt: niet alles in een keer doen maar kleine beetjes tegelijk en tussendoor de vaatwasser uitpakken. En als je in de tuin werkt niet de hele heg in een keer snoeien maar in korte blokjes verdelen waarbij je tussendoor pauze neemt. Dit zijn op zichzelf natuurlijk allemaal goede adviezen. Maar verbetert hiermee ook de houding en de manier waarop je beweegt? Zal door dit advies een patiënt met een overmatig gespannen schoudergordel zijn schouders ook meer gaan ontspannen?

De manier waarop we bewegen staat geprogrammeerd in het centraal zenuwstelsel. Onze manier van bukken bijvoorbeeld: buigt de patiënt naar voren in zijn heupen of begin hij met het flecteren van zijn wervelkolom. Of: staat en loopt de patiënt met zijn wervelkolom in de fysiologische curven of doet hij dit met een gebogen thoracale wervelkolom.

Hier zitten bepaalde patronen in die geprogrammeerd staan en dus steeds terugkomen. Bij iedere beweging. Ongeacht de activiteit. Dus als de schouders van de patiënt omhoog komen, en daarbij zijn schouderspieren aanspannen tijdens typen en muizen, dan gebeurt dit ook als hij koffie haalt voor zijn collega’s. En ook tijdens strijken of het uitruimen van de vaatwasser. De patiënt wisselt dan weliswaar van activiteit maar niet van bewegingsketen. De volgorde waarin de gewrichten en spieren met elkaar samenwerken verandert niet. Gaat het hier om een patiënt met schouderklachten als gevolg van overmatig gespannen schouderspieren dan zal het advies ‘afwisselen van activiteiten’ dan ook geen oplossing zijn voor het probleem.

Door goed te observeren kunnen we waarnemen hoe de bewegingsketen van een patiënt verloopt. Door te analyseren kunnen we nagaan of er een relatie is tussen de manier waarop iemand beweegt en zijn klachten. Tevens kunnen we bepalen of het relevant is om te proberen de manier waarop iemand beweegt te veranderen om zodoende klachten op te lossen of te voorkomen. Als we dus waarnemen dat bij bovengenoemde patiënt zijn schouders automatisch aanspannen bij een belangrijk deel van de activiteiten die hij uitvoert, én deze persoon heeft nek-/schouderklachten, dan zou het allicht zinvol kunnen zijn om hem te leren bewegen zonder dat zijn schouders aanspannen.

De vaardigheden die de patiënt moet aanleren zouden kunnen zijn:

  • Bewegen met de wervelkolom in de fysiologische curven zonder de m. trapezius, m. levator scapulea en m. rhomboideus overmatig aan te spannen
  • De armbewegeningen laten verlopen van proximaal naar distaal, dus ook zonder aanspannen van de schoudergordel maar met gebruik van de m. deltoideus en m. latisimus dorsi
  • En flankademhaling, dus ook zonder inzet van de schoudergordel

De patiënt moet dus juist steeds hetzelfde doen, maar wel in verschillende activiteiten. Gebeurt dit consequent dan zal als gevolg hiervan de programmering van de bewegingsketen opnieuw worden geprogrammeerd. De bewegingsketen verloopt dan van proximaal naar distaal waarbij de schoudergordel dus ontspannen kan blijven. Is de oorzaak van de klachten een overmatig aangespannen schoudergordel dan is de oorzaak nu weggenomen en zullen de klachten verdwijnen.

Interfysiek verzorgt cursussen over bewegingsketens. Wil je hier meer over leren? Kijk dan eens op https://www.interfysiek.nl/post-hbo-cursussen/

Literatuur:

Fayad et.al. The trunk as a part of the kinematic chain for arm elevation in healthy subjects and in patients with frozen shoulder

Leslie G. Ungerleider et.al. Imaging Brain Plasticity during Motor Skill Learning. Elsevier 2002.

Florence P. Kendall, Elizabeth Kendall Mc Creary. Spieren

Doyon, J. & Benali, H. Reorganization and plasticity in the adult brain during learning of motor skills. International Joint Conference on Neural Networks, 2005.

This entry was posted in Algemeen. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

veertien − 2 =

*

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.